Thema 1 Oorlog

Lees direct verder

Oorlog

Oorlog is een gewapende strijd tussen volkeren of staten. In het eerste thema kom je meer te weten over hoe mensen een oorlog beleven. Wat maken ze mee? Waarom handelen ze op de manier zoals ze doen en wat willen ze hiermee bereiken? In dit thema worden twee oorlogen behandeld: de Atjehoorlog en de Tweede Wereldoorlog.

 

Cut Nyak Dhien

De beroemdste vrouw in de geschiedenis van Atjeh is Cut Nyak Dhien. Ontelbaar veel Atjehse straten en pleinen zijn naar haar vernoemd en haar geschilderde portret hangt in scholen, winkels en kantoren. Als je vandaag de dag door Atjeh heen loopt, dan zul je haar naam overal tegenkomen. Atjeh is het meest westelijke puntje van Sumatra. Sumatra is een van de grootste eilanden van de duizenden eilanden waaruit Indonesië bestaat.

Maar waarom is Cut Nyak Dhien zo beroemd geworden in Atjeh?

Cut Nyak Dhien wordt rond 1850 geboren in een hoge adellijke familie uit het noorden van Atjeh. Dhien betekent “waskleurig” en dat is ze ook: de prinses staat bekend om haar lichte huid en grote schoonheid. Rond haar elfde verjaardag wordt ze, zoals gebruikelijk in Atjeh, uitgehuwelijkt. Samen met haar man lijkt ze een lang en vredig leven tegemoet te gaan. Maar alles verandert razendsnel.

In 1873 begint er een verschrikkelijke oorlog op Atjeh die tientallen jaren zal gaan duren. De Nederlandse regering heeft besloten dat Atjeh onderdeel moet worden van het Nederlandse Rijk. De ligging van Atjeh was voor Nederland zeer gunstig om handel te drijven. Veel schepen die vanuit Europa en Afrika naar Oost-Azië varen om handel te drijven komen namelijk langs Atjeh. Nederland ziet Atjeh dus als de ideale plek om geld te verdienen aan al die schepen die voorbij komen varen.

In 1873 werden schepen met troepen naar Atjeh gestuurd om het Nederlands gezag af te dwingen. Nederland dacht dat Atjeh zich snel over zou geven als de oorlogsschepen van Nederland voor de kust met grote kanonnen het land zouden bombarderen. Die tactiek had namelijk in andere plaatsen in Indonesië altijd goed gewerkt. Maar al snel bleek Atjeh een ander verhaal te worden.

 

De Nederlanders veroverden de kust en de hoofdstad zonder al te veel moeite, maar kreeg totaal geen grip op het binnenland. Het land van Atjeh was gevuld met een woeste jungle vol met wilde dieren. De Nederlanders hadden veel betere wapens, maar zij kenden deze gebieden niet en waren bang voor de jungle en al haar geluiden. De Atjehse strijders waren veel slechter bewapend, ze vochten vaak nog met zwaarden of bamboesperen. Daarom sloegen ze vaak toe in de nacht. Ze kropen dan geruisloos naar het fort van de Nederlanders. Ze klommen over de muren heen en vermoordden vlug enkele Nederlandse soldaten voordat ze weer in het donker van de nacht verdwenen. Deze manier van oorlogsvoeren wordt guerrilla genoemd.

Nederland reageerde hierop door overdag hard op te treden. Veel dorpen werden vernield en volledig afgebrand. Bij deze acties stierven ontzettend veel onschuldige Atjehse burgers. Door hard op te treden hoopte Nederland dat de Atjehers zichzelf over zouden geven, maar het maakte ze juist alleen maar strijdbaarder.

Prinses Cut Nyak Dhien en haar man leidden de opstand tegen de Nederlanders. Ze inspireerden de bevolking om door te blijven vechten totdat alle Nederlanders verdreven waren. Bruggen werden vernield, konvooien aangevallen en voorraden verbrand. Nederland probeert Cut Nyak Dhien meerdere keren gevangen te nemen, maar steeds is ze hen te slim af. Het lijkt of Nederland de oorlog nooit zal winnen.

Maar dan gebeurt er ineens iets heel vreemds. De prinses en haar man verraden de Atjehers en lopen over naar de Nederlandse kant. Ze liepen samen met een klein legertje naar het Nederlandse fort en de mensen wisten niet wat ze meemaakten. De prinses die jarenlang tegen de Nederlanders had gevochten ging nu met diezelfde Nederlanders samenwerken. Voor de Nederlanders was dit een fantastische overwinning. Cut Nyak Dhien was niet alleen de leider van de opstand, maar daarnaast wist ze ook waar alle Atjehse strijders zich bevonden. Door de hulp van de prinses leek Nederland eindelijk de oorlog te gaan winnen.

Cut Nyak Dhien en haar leger kregen nieuwe wapens en veel munitie van de Nederlanders. Met deze wapens gingen ze de jungle in om de Atjehse strijders uit te schakelen. Maar opnieuw gebeurt er iets totaal onverwachts. Cut Nyak Dhien is met haar leger rechtstreeks naar het Atjehse kamp gegaan. In plaats van hen te vermoorden sloten ze zich weer aan bij de Atjehse kant! Het bleek allemaal een list te zijn geweest. Cut Nyak Dhien had de Nederlanders voorgelogen om nieuwe wapens en munitie te krijgen. Het was succesvol! De Atjehse bevolking bestreed de Nederlanders met hun eigen wapens. Door haar dappere actie zou de oorlog nog jaren voort duren.

Nederland stuurde steeds meer troepen naar Atjeh en de oorlog werd alsmaar gewelddadiger. Vooral aan de Atjehse kant vielen er veel slachtoffers. Het was alweer enkele jaren geleden dat Cut Nyak Dhien de Nederlanders had verrast met haar sluwe list. De tijden waren veranderd. Nederland had steeds meer gebieden van Atjeh in haar macht en het verzet werd langzaamaan gebroken.

De prinses leefde niet meer in rijkdom, maar was constant op de vlucht voor de Nederlanders. Ze leefde in kleine, vieze, houten hutjes midden in de jungle. Telkens als de Nederlanders in de buurt kwamen, vluchtte ze met haar steeds kleiner wordende groep volgelingen verder de jungle in. Cut Nyak Dhien was een oude vrouw geworden. Haar gezondheid was erg slecht, ze leed aan reuma en ze was blind geworden. Haar man met wie ze de opstand tegen de Nederlanders had geleid was vermoord. Iedere dag leefde ze met pijn, maar ze wilde zich niet overgeven. Ze wilde liever strijdend ten onder gaan dan gevangen worden genomen door de Nederlanders. Van de jonge mooie prinses die ze ooit was, is niets meer over.

Een van de trouwste volgelingen kan het lijden van zijn prinses niet langer aanzien. Hij loopt over naar de Nederlandse kant en neemt ze mee naar de laatste schuilplaats van Cut Nyak Dhien. Dagenlang trekken Nederlandse soldaten door de woeste jungle, over bergruggen, door rivieren, totdat ze uiteindelijk voor de schamele hutten staan waar Atjehs beroemdste verzetsheldin zich schuilhoudt. Cut Nyak Dhien probeert nog te ontsnappen, maar blind als ze was, struikelde ze en viel ze recht in de handen van een Nederlandse soldaat.

Meer dan dertig jaar heeft ze tegen de Nederlanders gevochten en heeft ze duizenden mensen geïnspireerd. Ze wordt door de Nederlanders meegenomen en overgebracht naar het eiland Java. De prinses slijt haar laatste jaren op Java, want het Nederlandse gezag durft het niet aan om zo’n belangrijk verzetssymbool in Atjeh te houden. Ze wordt er goed behandeld, krijgt zelfs een oogoperatie en brengt haar resterende dagen vervolgens door met zwijgzaam voor zich uit staren.

 

Bezetting Japan

Wanneer we aan de Tweede Wereldoorlog denken, gaan onze gedachtes vaak al snel uit naar het Nazi-Duitsland van Adolf Hitler. Deze oorlog werd echter niet alleen in Europa uitgevochten. In grote delen van Azië woedde er ook een verschrikkelijke oorlog. Duitsland was een bondgenoot van Japan. Japan wilde, net als Duitsland, een groot rijk stichten. Daarom viel Japan in 1937 China aan. In een razend hoog tempo werden grote delen van China veroverd. De Japanse soldaten waren erg wreed tegenover de Chinese bevolking en op grote schaal werden oorlogsmisdaden gepleegd. In de Chinese stad Nanking werden honderdduizenden Chinese burgers verkracht en vermoord door Japanse soldaten. De stad werd in puin achtergelaten.

Japan veroverde naast China ook andere grote delen van Oost-Azië. In die tijd was Azië nog grotendeels opgedeeld in verschillende koloniën. In deze gebieden waren Europese landen de baas. De Japanners wilden al deze Europese koloniën veroveren, om zo de Europese mensen uit Azië te verjagen. De leus die zij gebruikten was: “Azië voor de Aziaten!”. De Franse en Britse koloniën werden uiteindelijk verslagen door het Japanse leger. Nadat dit was gelukt richtte Japan zijn pijlen op de Nederlandse kolonie in Azië: Nederlands-Indië (nu bekend als Indonesië).

De aanval op Nederlands-Indië werd op 11 januari 1942 geopend door Japan. De Japanse soldaten landden op verschillende eilanden waar ze direct in gevecht kwamen met Nederlandse soldaten, maar ook op zee waren verschillende gevechten uitgebroken. Het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch leger) vocht dapper tegen de Japanners, maar ze moesten zich steeds verder terugtrekken. De Japanners bereikten het eiland Java op 1 maart. Java was het belangrijkste eiland van Nederlands-Indië. Nederlands-Indië werd vanuit Java bestuurd en hier woonden de meeste mensen. Op 9 maart gaf Java zich over aan de Japanners. Een aantal weken later, op 28 maart, moest heel Nederlands-Indië zich overgeven en was Nederland haar kolonie kwijt. Vanaf toen was Japan de baas over Nederlands-Indië.

Veel Indonesische mensen waren blij met de komst van de Japanners, want zij zagen hen als bevrijders. Jarenlang hadden ze moeten luisteren naar het Nederlandse gezag en werden ze zelf als tweederangsburgers behandeld. Met de komst van de Japanners hoopten ze op betere tijden.

De Japanners besloten om alle Nederlanders op te sluiten in zogeheten interneringskampen. Verder werden ook veel Indische Nederlanders opgesloten. Dit zijn mensen waarvan één ouder Nederlands is en één ouder Indonesisch. De vrouwen en kinderen werden gescheiden van de mannen en in aparte mannen- en vrouwenkampen gestopt. Deze interneringskampen kregen al snel de bijnaam ‘Jappenkampen’.

10. Deze knuffel werd gemaakt in een interneringskamp met het rood van de Nederlandse vlag. Noot (archief Bronbeek, 2010)

De omstandigheden in de Jappenkampen waren verschrikkelijk. Er was nauwelijks voedsel, waardoor veel mensen stierven van de honger. Sommige mensen gingen zelfs gras eten om in leven te kunnen blijven. Doordat er honderden mensen op vieze matjes dicht bij elkaar moesten slapen werden er makkelijk ziektes verspreid, wat voor veel sterftgevallen zorgde. De Japanse bewakers waren erg streng voor de gevangenen. Mensen werden mishandeld, verkracht of zelfs vermoord. Iedere dag moesten alle gevangenen in de zon staan en kijken hoe de Japanse vlag werd gehesen. De bewakers lieten ze dan wel urenlang in de brandende zon staan, waardoor mensen flauwvielen of zelfs stierven.

Naast de interneringskampen werden er ook veel Nederlanders en Indische Nederlanders aan het werk gezet met dwangarbeid. Zij maakten erg lange dagen, leverden zware arbeid voor de Japanse bezetters en kregen veel te weinig te eten. Ook hier werden ze vaak mishandeld door de Japanse bewakers. Bij de aanleg van spoorlijnen zijn duizenden mensen gestorven, zoals bij de Pakanbaroe spoorlijn op het eiland Sumatra.

Niet alleen de Nederlanders, maar ook grote groepen Indonesiërs, werden gebruikt voor dwangarbeid door de Japanners. Ook zij werden verschrikkelijk slecht behandeld. De Verenigde Naties heeft een rapport opgesteld waarin stond dat 4 miljoen mensen in Indonesië ten tijde van de Japanse bezetting zijn gestorven. Deze sterfgevallen waren het gevolg van hongersnood, dooslag, marteling, gedwongen tewerkstelling en moord. Dit aantal is inclusief de 30.000 Europese burgers die in de interneringskampen zijn overleden en werd bereikt nog voordat de Indonesische onafhankelijkheid werd getekend.

In deze video vertelt Hans Arntzenius over zijn tijd in een Jappenkamp. Hij was nog maar 7 jaar oud toen hij in een Japans interneringskamp terecht kwam. Omdat hij nog zo jong was werd hij samen met zijn moeder en zusje in een vrouwenkamp geplaatst en hoefde hij niet naar een mannenkamp.

Noot. (Bronbeek, 2020)

Ineke Wiggerts

Ineke Wiggerts was nog maar een kind toen zij in een interneringskamp terecht kwam. Tussen 1942 en 1944 heeft zij in een vrouwenkamp Tjihapit gezeten. Ineke hield een dagboek bij waarin ze verhalen en tekeningen maakte. Dit dagboek moest ze iedere dag goed verstoppen, zodat de Japanse bewakers het niet zouden vinden. Het dagboek en de tekeningen hebben de oorlog overleefd en zijn gelukkig bewaard gebleven. Deze tekeningen geven ons een ingrijpend inzicht in het dagelijks leven binnen het kamp.